Financiën van dit samenwerkingsverband
Samenwerkingsverbanden ontvangen budget van de overheid om passend onderwijs mogelijk te maken. Lees hier hoe het staat met de financiën van dit samenwerkingsverband in het passend onderwijs.
Bekostiging passend onderwijs
Elke school krijgt een vaste som geld voor het onderwijs aan een kind, de zogenaamde basisbekostiging. Dat geldt voor reguliere scholen in het basis- en voortgezet onderwijs en voor scholen voor (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs. Daarnaast krijgt het samenwerkingsverband een deel van het landelijk budget voor (extra) ondersteuning. Dit gaat naar rato van het aantal leerlingen in het samenwerkingsverband. Scholen werken binnen het samenwerkingsverband samen om passend onderwijs in de regio te verzorgen. Het samenwerkingsverband verdeelt het geld voor (extra) ondersteuning op basis van een ondersteuningsplan. In dit plan staat hoe de ondersteuning in de regio geregeld is. Door deze aanpak kunnen scholen in de regio gezamelijk invulling geven aan de onderwijsbehoefte van de leerlingen.
Wat is het financieel resultaat van dit samenwerkingsverband?
Wat is het eigen vermogen van dit samenwerkingsverband?
De indicator Eigen vermogen toont het eigen vermogen van het samenwerkingsverband en de signaleringswaarde zoals deze is berekend door de Inspectie van het Onderwijs. Let op: In het najaar van 2022 ontvingen de samenwerkingsverbanden een bedrag van in totaal 45 miljoen extra in de vorm van structurele en incidentele middelen. Logischerwijs kostte het samenwerkingsverbanden enige tijd om deze extra middelen doelmatig te besteden. Deze middelen zijn wel opgenomen in de jaarrekening van 2022 en hebben dus effect op de geplande afbouw van de reserves van samenwerkingsverbanden zoals weergegeven in de trend.
Wat is de reservepositie van dit samenwerkingsverband?
Wat is de signaleringswaarde van dit samenwerkingsverband?
De Inspectie van het Onderwijs heeft op verzoek van het ministerie van OCW een nieuwe signaleringswaarden ontwikkeld voor bovenmatige reserves bij samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Als het eigen vermogen van een samenwerkingsverband boven de signaleringswaarde uitkomt, is het eigen vermogen mogelijk te hoog. De Onderwijsinspectie gaat deze signaleringswaarde gebruiken in het toezicht op de doelmatigheid. De inspectie benadrukt daarbij dat deze waarde geen absolute norm is, maar in geval van overschrijding de basis vormt voor een gesprek met het betreffende bestuur. In dit gesprek wordt de vermogenspositie in de context geplaatst en besproken wat het beleid is van het bestuur. Context en beleid kunnen aanleiding zijn om (tijdelijk) een hogere vermogenspositie aan te houden dan de signaleringswaarde.